Tijdens behandeling van het laatste inwonersinitiatief van de groep Huissen Veilig & Leefbaar is ter sprake gekomen dat deze inwoners zich niet volledig gelijkwaardig en correct behandeld voelen.

Dit blijkt o.a. uit de volgende tekst in de opgevraagde interne notulen, ook wel de WOO (Wet Open Overheid) documenten: ‘’De wethouder verwacht binnenkort een inwonersinitiatief. Hij wil dit voor zijn door op korte termijn een bijeenkomst te organiseren met de transportsector van Huissen om dit te bespreken. Als de transportsector niet gezamenlijk een tegengeluid laat horen richting onze Raad dan verwacht de wethouder dat een dergelijk inwonersinitiatief gewoon wordt aangenomen door de Raad.’’

GroenLinks en D66 stelden naar aanleiding hiervan schriftelijke vragen, die nu beantwoord zijn.

Vraag 1. Naar aanleiding van het geciteerde stuk: Kan het college aangeven waarom het een noodzaak was om nog voor indienen van dit initiatief een bijeenkomst met de transportsector te organiseren?

Antwoord 1. De transportsector is een belangrijke sector in onze gemeente. Daarom voeren wij met deze sector regelmatig gesprekken, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Mobiliteit is daarbij een onderwerp van gesprek.

Transportbedrijven zochten naar aanleiding van mails van een nieuwe actiegroep rond de jaarwisseling contact met de verantwoordelijk portefeuillehouder. Op dat moment was er nog geen initiatiefvoorstel ingediend en was de actiegroep nog anoniem. Wel lag er een motie, door de raad aangenomen op 13 oktober 2022, om een werkgroep te formeren met aanwonenden en transportbedrijven. Gelet op die omstandigheid leek het op dat moment logisch een gesprek met de transportsector te plannen. Dit gesprek vond plaats op 6 februari. Het doel van het gesprek was de logistieke sector bij te praten, te vragen of de zij deel wilden nemen aan de eerder genoemde werkgroep en te vragen of zij minder door Huissen wilden rijden. Een interne memo ter voorbereiding op dit overleg, is onderdeel van de WOO-stukken.

Vraag 2. Kan het college aangeven waarom het nodig was om een tegengeluid te organiseren? En waarom het college geen vertrouwen in de taak van de raad had?

Antwoord 2. Zoals in de inleiding is aangegeven hechten we er aan dat alle belangen worden belicht en op tafel komen, zodat de raad een goed afgewogen besluiten kan nemen. Vanuit die gedachte vinden wij het van belang dat de transportsector ook hun standpunt kenbaar kan maken, zodat een gelijk speelveld ontstaat. Achteraf constateren we dat de term ‘tegengeluid’ niet gelukkig is gekozen. Als hiermee een beeld is ontstaan dat het college geen vertrouwen heeft in de raad, betreuren wij dat. Ook was het niet de intentie om partijen tegenover elkaar te zetten.

Vraag 3. Welke overwegingen heeft het college gemaakt om ervoor gekozen te hebben om het ambtelijk apparaat in te zetten tijdens een informatieavond vanuit de transportsector?

Antwoord 3. Bij de bijeenkomst van 6 maart 2023 waaraan wordt gerefereerd, werd een werkbezoek gebracht aan het bedrijf Koeltrans als onderdeel van Logistics Valley. De gemeente Lingewaard is actief betrokken bij Logistics Valley, een regionaal samenwerkingsverband tussen ondernemers, overheid en onderwijs. Doel van dit werkbezoek was met elkaar in gesprek gaan over de toegevoegde waarde van logistiek voor Lingewaard. Ook zou worden gesproken over initiatieven van de actiegroep richting logistieke bedrijven.

Omdat Lingewaard een actieve deelnemer is in Logistics Valley en de bijeenkomst was bedoeld voor raadsleden lag het op dat moment voor de hand dat de gemeente de opening en een deel van de presentatie zou verzorgen.

Vraag 4. Hoe denkt het college in de toekomst om te gaan met inwonersinitiatieven? Dit in termen van proces, onpartijdigheid, begeleiding en verbinding?

Antwoord 4. Wij wijzen erop dat de wijze van omgaan met inwonersinitiatieven in eerste aanleg een vraag is voor de raad zelf. De raad heeft hiervoor een verordening vastgesteld en de raad heeft eigenstandig een afweging gemaakt met betrekking tot behandeling van en oordeel over het initiatief. Voor het college staat, zoals aangegeven, voorop dat in elk debat of dat nu voortkomt uit een inwonerinitiatief of niet een gelijk speelveld ontstaat waar eenieder zich vrij voelt aan het maatschappelijke en politieke debat deel te nemen.

Ook hecht het college, net als de raad, veel waarde aan een goed contact met inwoners en het versterken van de maatschappelijke en politieke betrokkenheid van burgers. Zoals bekend zijn wij momenteel bezig met het verzamelen van input voor het participatiebeleid dat in het eerste kwartaal van 2024 met de raad besproken wordt. Op 16 november gaan we hierover met de raad in gesprek. Inwonersinitiatieven zijn wat het college betreft als vanzelfsprekend onderdeel van dit gesprek en het daaropvolgende beleid.

Vraag 5. In welke mate en vormen heeft het college gereflecteerd op haar handelen inzake het genoemde inwonersinitiatief? Wij vernemen graag nadere toelichting en horen vooral graag welke lessen zijn geleerd.

Antwoord 5. Voor waar het gaat om de rol van het college zijn er uiteraard lessen te leren uit deze casus. Het waarborgen van een gelijk speelveld, waarop eenieder zijn opvattingen en belangen naar voren kan brengen, vraagt een zorgvuldige omgang met elk initiatief en een neutrale toonzetting in de communicatie. Elke opvatting verdient het gehoord en gewogen te worden.

Ook stellen wij vast dat de mogelijkheid van inwoners initiatieven naar voren te brengen en onderwerpen op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen soms dilemma’s met zich meebrengen. Denk bijvoorbeeld aan de vraag in hoeverre inwoners na behandeling in de Politieke Avond een initiatief of voorstel ook weer van de agenda kunnen halen of aan de vraag of en in hoeverre een onderwerp dat door de raad is besproken ook opnieuw geagendeerd kan worden. Het college is uiteraard graag bereid om ook over deze thema’s, die natuurlijk primair aan de raad zijn, met de raad in gesprek te gaan.

In algemene zin stellen wij bovendien vast dat zoals aangegeven de verhouding tussen overheid en inwoner in beweging is. Dat vraagt om een voortdurend reflecteren op het eigen handelen en elke casus kan daarbij relevante inzichten opleveren.

Vraag 6. Waarom is er nog geen nieuwe bijeenkomst met de werkgroep gepland?
Vraag 7. Waarom is er nog geen onafhankelijk voorzitter voor de werkgroep, zoals de motie van 14 september oproept?

Antwoord 6/7. Het werven van een onafhankelijk gespreksleider dient zorgvuldig te gebeuren en die zorgvuldigheid vraagt tijd. We zijn inmiddels in gesprek met een potentiële kandidaat. Als hier inderdaad een opdracht uit voortvloeit zal de gespreksleider, zoals ook in de raad besproken, eerst met alle betrokken partijen in gesprek gaan om vervolgens op een zo kort mogelijke termijn in overleg met hen een bijeenkomst van de werkgroep te plannen.